Mensen met een lichte verstandelijke beperking en daarbij komende gedragsproblemen

Binnen samenwerkingsverband De Borg is veel expertise aanwezig over de behandeling van mensen met een lichte verstandelijke beperking en ernstige gedrags- en psychiatrische problemen. We korten deze doelgroep ook wel af met SGLVG. Dit staat voor Sterk Gedragsgestoord Licht Verstandelijk Gehandicapt.

De behandelingen bij De Borg-instellingen zijn voor cliënten waarvan de problematiek balanceert op het snijvlak van drie sectoren:
• verstandelijk gehandicaptenzorg (VG);
• geestelijke gezondheidszorg (GGZ);
• forensische zorg (Veiligheid en Justitie).

Op het eerste gezicht is het moeilijk iemand met een lichte verstandelijke beperking (LVB) te herkennen. Pas als je iemand beter leert kennen valt het op dat hij moeite heeft om zich aan te passen aan de eisen van de omgeving. Vaak lopen mensen met een LVB (voortdurend) ‘op hun tenen’ om hun beperking(en) voor de buitenwereld te verbergen.

Mogelijke kenmerken van mensen met een LVB

• leren langzaam en moeilijk;
• leren vooral van ‘voordoen’;
• hebben steeds opnieuw uitleg nodig;
• hebben moeite met sociale vaardigheden (te begrijpen);
• hebben daardoor soms moeite zich aan te passen aan hun omgeving.

Soms zijn er psychiatrische problemen waardoor de lichte verstandelijke beperking niet direct zichtbaar is. Juist dan is het van belang de verstandelijke beperking te herkennen zodat iemand op het juiste begripsniveau wordt aangesproken. Bij langdurige overvraging kunnen psychiatrische- en/of gedragsproblemen ontstaan.

Herkennen van LVB

Expertise

De behandelcentra van de bij De Borg aangesloten SGLVG-instellingen integreren het behandelaanbod vanuit meerdere disciplines, maar altijd vanuit de drie kernwaarden: Bejegenen, Behandelen en Beveiligen. Onderzoek, diagnostiek en behandeling behoren tot de kernactiviteiten hiervan.

Kernwaarden

De cliënten

  • Hebben ernstige problemen in het (gezins-)systeem op het gebied van wonen, werken en vrije tijd.
  • Vertonen onbegrepen en risicovol gedrag, dat wordt veroorzaakt door complexe, multi causale en meervoudige stoornissen.
  • Hebben een hulpvraag die onvoorspelbaar is en regelmatig verandert in intensiteit.
  • Lopen vast in de tweedelijns zorg die wordt geboden in de GGZ (geestelijke gezondheidszorg), de VG (zorg voor mensen met een verstandelijke beperking) en bij Justitie (forensische zorg).

De behandeling

  • Is integraal gericht op verschillende leefsferen van de cliënt.
  • Onderscheidt zich door grote aandacht voor risicomanagement.
  • Kenmerkt zich door integratie van competenties vanuit de GGZ, de VG en Justitie.
  • Is interdisciplinair door samenwerking van tenminste een psychiater, een gedragswetenschapper en trajectbegeleider.
  • Wordt wetenschappelijk onderzocht op de bereikte resultaten.
  • Duurt gemiddeld anderhalf jaar.

Toegevoegde waarde

  • Een positieve invloed op de kwaliteit van het leven van de cliënt.
  • Verkleinen van de handelingsverlegenheid van begeleiders.
  • Efficiënt omgaan met de beschikbare middelen.
  • Verhogen van de veiligheid in de samenleving.